dinsdag 27 november 2012

ALGEMEEN BOEKVERSLAG: DE KOMST VAN JOACHIM STILLER


ALGEMEEN BOEKVERSLAG: DE KOMST VAN JOACHIM STILLER

1a. (Hubert) Lampo, De komst van Joachim Stiller
Eerste druk 1960
Tweeëntwintigste druk, Meulenhof, Amsterdam (1977)
181 bladzijden
 
b. Roman
 
c. Schrijver en journalist Freek Groenevelt ziet op een dag vier wegwerkers de straat openbreken om deze daarna weer dicht te maken, onverstoorbaar als engelen. Freek besluit om hierover een stukje in de krant te schrijven. Keldermans, de wethouder van openbare werken reageert op het artikel met een brief waarin het voorval wordt ontkend. Een dag later ontvangt Freek een brief uit 1919, waarin de gebeurtenissen over de wegwerkers voorspeld worden. De redactie van het literaire tijdschrift, waarin een lasterlijk stuk over Freek staat, ontvangt ook een brief, van Joachim Stiller. Hierin staat dat Freek een belangrijke opdracht heeft en dat hij niet belasterd mag worden.

In een tweedehands-boekenwinkel ziet Freek een zestiende-eeuws boek over het einde der tijden, geschreven door Joachim Stiller. Simone Marijnissen, een vriendin van Freek, heeft inmiddels een telefoontje van Joachim Stiller gekregen: zij mag Freek niet laten gaan. Zij gehoorzaamt door haar verloving te verbreken. Freek en Simone worden verliefd op elkaar, alsof het door hogerhand bepaald is. Stiller belt Freek op om hem moed in te spreken. Na een aantal dagen vol vreemde gebeurtenissen herinnert Freek zich een Amerikaanse militair die aan het eind van de oorlog door een explosie om het leven is gekomen: majoor Joachim Stiller.

Freek en Keldermans krijgen beiden een brief van Stiller waarin staat dat hij hen op het stationsplein wil ontmoeten. Maar voordat ze Stiller kunnen spreken, wordt hij door een lergertruck overreden. Stiller wordt overgebracht naar het mortuarium. Wanneer Freek drie dagen later een bezoek brengt aan het mortuarium, blijkt het lijk verdwenen te zijn. 


Bron: http://www.boekverslag.nl/Verslag/De+komst+van+Joachim+Stiller/
 
2. Ik wist niet zo goed wat ik moest verwachten van dit boek. Meneer Kroon had het aangeraden en zei dat het een boek van redelijk hoog niveau was, waar veel uit te halen was. Dus een vrij moeilijk boek verwachtte ik. Verder ging ik blanco het verhaal in.
 
3. Motieven:
Obsessie: Freek raakt naarmate verder in het boek komt steeds meer geobsedeerd door Joachim Stiller.
Tijd/Tijdloosheid: Tijd en tijdloosheid is een belangrijk motief in het boek. Ergens in het begin van het boek vertelt Freek al eens dat hij zich afvraagt hoe het zou zijn als de tijd ineens stil zou staan. Joachim Stiller lijkt een figuur te zijn die niet wordt beïnvloed door tijd. Hij staat hier als het ware boven. Dit kun je zien aan het feit dat Joachim Stiller in verschillende tijdsperiodes voor komt. Zo is hij in de 16e eeuw een schrijver, maar in de Tweede Wereldoorlog een soldaat. De antiquariaat lijkt ook een plek te zijn waar de tijd stil staat, omdat dit een heel andere wereld lijkt dan het drukke Antwerpen.
Jezus Christus: Joachim Stiller toont veel gelijkenissen met Jezus. Zo schrijft hij in het begin een brief naar Freek en Simone waarin hij zei dat hij hen zou beschermen. Net zoals Jezus mensen op aarde beschermt volgens het christendom. De tijd heeft geen vat op Joachim Stiller, net zo min als op Jezus. Jezus zal voor christenen immers altijd doorleven. De boodschappen van Joachim Stiller zijn vaak op de toekomstgericht, net als die van Jezus.

 
Thema's
Angst en verlossing zijn de belangrijkste thema's in dit boek. Freek is bezeten door de angst voor het onbekende, Joachim Stiller. Stiller voorspelt al eerder in het boek: "Eens zal u, hoe dan ook, van alle angst bevrijden". En dit doet hij ook. De komst van Joachim Stiller is dan ook uiteindelijk de verlossing van de angsten van Freek.
 
4. Het is aan zijn schrijfstijl te zien dat Lampo een Vlaming is. Hij gebruikt redelijk veel Vlaamse woorden en uitdrukkingen. Al is dit niet storend. Hij gebruikt ook veel lange zinnen met veel bijvoeglijk naamwoorden. Een voorbeeld van bladzijde 169: "Terwijl hij de straatweg overstak, die ons nog steeds van hem scheidde, had ik het gevoel dat hij, een weergevonden tweelingbroeder, zich van mijn ongeduldige ziel meester maakte. Nog slecht een paar meter was hij van me verwijderd en reeds rustten mijn ogen in zijn grote, onuitsprekelijk zachte ogen. Ik hijgde van ontroering." In dit fragment zie je het gebruik van de lange zinnen en de bijvoeglijk naamwoorden.
 
Het verhaal wordt vanuit de ik-persoon verteld. Deze ik-persoon is Freek. Dit geeft een extra dimensie aan het boek, omdat je helemaal wordt meegesleurd in de leefwereld en obsessie van hem. Joachim Stiller wordt zo nóg mysterieuzer en dat is erg spannend.

Op verschillende locaties in Antwerpen speelt het verhaal zich af. Één van de belangrijkste is de antiquariaat van Geert Molijn. Dit is eigenlijk het rustpunt in het drukke Antwerpen.